Vader van twee kinderen, Een tweeling, een jongeman en een jonge dame van momenteel 15. IK ben gehuwd met Laura. Ik ben oud Marechaussee en oud-politieman. Ik was ook praktisch grafisch specialist, oftewel drukker. Nu ben ik verhalenverteller. Kijk op mijn website wat dat inhoudt.
Recent Updates
-
Nieuw verhaal van Inspecteur Ingrid Dubois.
Lees het hier: https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/inspecteur-ingrid-duNieuw verhaal van Inspecteur Ingrid Dubois. Lees het hier: https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/inspecteur-ingrid-du0 Comments 0 Shares 6 ViewsPlease log in to like, share and comment! -
Door een paar opmerkingen en mijn ervaring bij de Nederlandse handhaving van zowel defensie als de burgertegenhanger daarvan, bedacht ik dat ik wel eens een verhaaltje over een politie Rechercheur kon maken.
Ik bedacht Inspecteur Ingrid Dubois.
Aangezien de verhalen te lang zijn voor sociaal media, heb ik een website voor de dame in kwestie in het leven geroepen.
De verhalen van Inspecteur Ingrid (Inge) Dubois vind je hier.
https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/inspecteur-ingrid-du
Veel leesplezier.
Door een paar opmerkingen en mijn ervaring bij de Nederlandse handhaving van zowel defensie als de burgertegenhanger daarvan, bedacht ik dat ik wel eens een verhaaltje over een politie Rechercheur kon maken. Ik bedacht Inspecteur Ingrid Dubois. Aangezien de verhalen te lang zijn voor sociaal media, heb ik een website voor de dame in kwestie in het leven geroepen. De verhalen van Inspecteur Ingrid (Inge) Dubois vind je hier. https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/inspecteur-ingrid-du Veel leesplezier. -
Kylian's Boekenkast: Een Verassende Mix van Humor, Horror en Nostalgie
"Wat lees je eigenlijk zelf, Kylian?" Een vraag die me vaak gesteld wordt. Het antwoord is misschien verrassend: een mix van humor, horror en, hoe vreemd het ook klinkt, jeugdboeken uit mijn kindertijd, vooral de series. Laat me je een kijkje geven in mijn boekenkast.
Humor: De Brabantse Tongval van Toon Kortooms
Als het om humor gaat, dan is Toon Kortooms mijn man. Velen kennen hem wellicht van de verfilming van "Help, de dokter verzuípt!", maar geloof me, de film haalt het bij lange na niet bij het boek. Echt pareltje is "Deze jongeman", een roman doordrenkt met Brabantse humor, maar tegelijkertijd verrassend gevoelig. "Onze Leo" is een levensles in de typerende Kortooms-stijl. En dan is er "Parochie in de Peel", over een pater die net even anders is. Maar vergeet zeker ook "Beekman en Beekman" en het vervolg "De mannen Beekman" niet, waarin de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol speelt. Kortooms weet als geen ander humor te combineren met serieuze thema's.
Horror met een Knipoog (en Soms Zonder): Stephen King
Stephen King staat garant voor spanning en de nodige kippenvel. Neem bijvoorbeeld "Firestarter" (in het Nederlands "Ogen van Vuur"). Maar onderschat "Ogen van de Draak" niet; geen thriller, geen horror en geen roman, maar tegelijkertijd alles in één. En dan is er nog "The Tommyknockers" (in het Nederlands "De Gloed"), een sciencefictionverhaal van King met gegarandeerde thrillerelementen. King weet je te grijpen en niet meer los te laten.
Nostalgie: Terug naar de Jeugd met Enid Blyton en Willy van der Heyde
En dan de jeugdseries. "De Vijf" en "Vijf Vrienden" van Enid Blyton, wie kent ze niet? Spannend, avontuurlijk en vol vriendschap. Zelfs nu lees ik ze nog graag.
En natuurlijk Bob Evers, de avonturenreeks van Willy van der Heyde over drie jongens. Spanning gegarandeerd! Ze worden vaak bestempeld als jongensboeken, maar dat is naar mijn idee niet helemaal terecht. Ook volwassen mannen kunnen er zeker van genieten. Eigenlijk is het een detective serie. En als vrouwen van avonturen houden die deze drie jongens beleven, dan is deze serie zeker een aanrader.
Techniek: Alles wat naar Olie Ruikt
Naast fictie lees ik ook graag alles wat met techniek te maken heeft, tenminste als je er vieze handen van kunt krijgen en het naar olie ruikt. De vraagbaak van mijn Civic is versleten, net als die van mijn Kawasaki. En vergeet de documentatie over mijn Zündapp niet! Praktische kennis is goud waard.
Dit is slechts een kleine greep uit wat ik, Kylian, lees. Mijn boekenkast is veel diverser dan dit. Maar hopelijk geeft het je een idee van mijn leesvoorkeuren: een verrassende mix van lachen, huiveren, herinneringen ophalen en sleutelen.Kylian's Boekenkast: Een Verassende Mix van Humor, Horror en Nostalgie "Wat lees je eigenlijk zelf, Kylian?" Een vraag die me vaak gesteld wordt. Het antwoord is misschien verrassend: een mix van humor, horror en, hoe vreemd het ook klinkt, jeugdboeken uit mijn kindertijd, vooral de series. Laat me je een kijkje geven in mijn boekenkast. Humor: De Brabantse Tongval van Toon Kortooms Als het om humor gaat, dan is Toon Kortooms mijn man. Velen kennen hem wellicht van de verfilming van "Help, de dokter verzuípt!", maar geloof me, de film haalt het bij lange na niet bij het boek. Echt pareltje is "Deze jongeman", een roman doordrenkt met Brabantse humor, maar tegelijkertijd verrassend gevoelig. "Onze Leo" is een levensles in de typerende Kortooms-stijl. En dan is er "Parochie in de Peel", over een pater die net even anders is. Maar vergeet zeker ook "Beekman en Beekman" en het vervolg "De mannen Beekman" niet, waarin de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol speelt. Kortooms weet als geen ander humor te combineren met serieuze thema's. Horror met een Knipoog (en Soms Zonder): Stephen King Stephen King staat garant voor spanning en de nodige kippenvel. Neem bijvoorbeeld "Firestarter" (in het Nederlands "Ogen van Vuur"). Maar onderschat "Ogen van de Draak" niet; geen thriller, geen horror en geen roman, maar tegelijkertijd alles in één. En dan is er nog "The Tommyknockers" (in het Nederlands "De Gloed"), een sciencefictionverhaal van King met gegarandeerde thrillerelementen. King weet je te grijpen en niet meer los te laten. Nostalgie: Terug naar de Jeugd met Enid Blyton en Willy van der Heyde En dan de jeugdseries. "De Vijf" en "Vijf Vrienden" van Enid Blyton, wie kent ze niet? Spannend, avontuurlijk en vol vriendschap. Zelfs nu lees ik ze nog graag. En natuurlijk Bob Evers, de avonturenreeks van Willy van der Heyde over drie jongens. Spanning gegarandeerd! Ze worden vaak bestempeld als jongensboeken, maar dat is naar mijn idee niet helemaal terecht. Ook volwassen mannen kunnen er zeker van genieten. Eigenlijk is het een detective serie. En als vrouwen van avonturen houden die deze drie jongens beleven, dan is deze serie zeker een aanrader. Techniek: Alles wat naar Olie Ruikt Naast fictie lees ik ook graag alles wat met techniek te maken heeft, tenminste als je er vieze handen van kunt krijgen en het naar olie ruikt. De vraagbaak van mijn Civic is versleten, net als die van mijn Kawasaki. En vergeet de documentatie over mijn Zündapp niet! Praktische kennis is goud waard. Dit is slechts een kleine greep uit wat ik, Kylian, lees. Mijn boekenkast is veel diverser dan dit. Maar hopelijk geeft het je een idee van mijn leesvoorkeuren: een verrassende mix van lachen, huiveren, herinneringen ophalen en sleutelen. -
Albert Zweistein, Hoe begrijp ik een vrouw
De Encyclopedie van de Ontwijkende Vrouw
Albert Zweinstein, een naam die in de schaduw van zijn illustere neef dreigde te verdwijnen, stond symbool voor geniale verstrooidheid. Zijn witte haar, permanent in de "ik heb net een spanningsveld aangeraakt" modus, getuigde van een brein dat constant overstroomde met ideeën. Wetenschapper, uitvinder, en onvermijdelijk warhoofd, hij was getrouwd met Trudy, een vrouw die met een zucht en knipoog de constante chaos rondom hem accepteerde.
Albert had altijd geweten dat hij grootsheid bezat. Het was alleen dat die grootsheid zich tot nu toe had verstopt achter mislukte pogingen tot perpetuum mobile machines en zelf-aandrijvende stofzuigers die explodeerden bij het eerste stofje. Maar nu! Nu was het zover. Hij had zijn magnum opus voltooid: "Hoe Begrijp Ik een Vrouw," een encyclopedie zo omvangrijk dat ze de boekenplanken deed kreunen onder het gewicht. Vijf delen, elk verdeeld in twintig boeken, en een glorieuze 12 terabyte groot op de harde schijf van zijn computer. Hij had het vrouwelijke gedrag geanalyseerd, ontleed en gecategoriseerd tot in den treure. Dit zou hem beroemd maken! Eindelijk zou hij eerder met een doorbraak komen dan Albert Einstein!
De realiteit was een stuk minder rooskleurig. Niemand, absoluut niemand, had de energie of de daadwerkelijke mogelijkheid om Alberts lijvige werk door te ploegen. Na een week vol ijdele hoop en onbeantwoorde telefoontjes, kwam het verlossende idee van een jonge, ambitieuze filmproducent. "Waarom geen filmserie?" stelde hij voor. "We maken er vierentwintig delen van! Drama, mysterie, komedie... we pakken alles aan!"
Albert, gegrepen door de mogelijkheid van roem en fortuin, stemde in. Het proces was chaotisch, hilarisch en pijnlijk. Actrices staakten omdat ze zich niet begrepen voelden, scenarioschrijvers kregen neuroses van de immense hoeveelheid informatie, en Albert zelf moest leren hoe hij een regisseur moest zijn, iets wat hij vooral leerde door het kijken van stomme films.
Tegen alle verwachtingen in werd de filmserie een gigantisch succes. "De Zweinstein Saga," zoals ze genoemd werd, veroverde de wereld stormenderhand. Mensen lachten, huilden en debatteerden over de interpretaties van de vrouwelijke psyche. Albert Zweinstein was een beroemdheid, een gevierd filmregisseur. Hij werd overladen met prijzen, interviews en aanbiedingen.
Maar ondanks alle erkenning, alle roem en alle rijkdom bleef één vraag onbeantwoord: had het hem werkelijk geholpen Trudy, zijn eigen vrouw, beter te begrijpen?
Op de première van de twaalfde film, omringd door sterren en fotografen, fluisterde Albert, stralend van trots, in Trudy's oor: "Wat vind je ervan, schat? Denk je dat ik de essentie van de vrouw heb weten vast te leggen?"
Trudy glimlachte vermoeid, zuchtte diep en antwoordde: "Albert, je bent geweldig. Echt waar. Maar ik wil nog steeds die nieuwe vaatwasser. Die oude is echt aan vervanging toe."
Albert, compleet perplex, staarde haar aan. Jaren van research, honderden uren filmopnames, miljoenen opgebracht, en zijn vrouw wilde gewoon een vaatwasser? Hij mompelde iets over het reduceren van de complexiteit van de menselijke wensen tot een materieel object, maar Trudy hoorde hem niet. Ze was al bezig een praatje aan te knopen met een knappe acteur over de beste manier om kalkaanslag te verwijderen.
Albert Zweinstein, de man die de vrouw probeerde te ontrafelen, besefte dat sommige mysteries simpelweg beter onopgelost bleven. Hij zuchtte, glimlachte en wist dat hij de volgende dag een bezoekje aan de witgoedwinkel zou brengen. Misschien, dacht hij, kon hij dan eindelijk een vervolg schrijven op "Hoe Begrijp Ik een Vrouw: De Vaatwasser Editie." Het zou in ieder geval Trudy gelukkig maken. En dat, zo had hij geleerd, was soms de meest complexe en lonende wetenschap van allemaal.Albert Zweistein, Hoe begrijp ik een vrouw De Encyclopedie van de Ontwijkende Vrouw Albert Zweinstein, een naam die in de schaduw van zijn illustere neef dreigde te verdwijnen, stond symbool voor geniale verstrooidheid. Zijn witte haar, permanent in de "ik heb net een spanningsveld aangeraakt" modus, getuigde van een brein dat constant overstroomde met ideeën. Wetenschapper, uitvinder, en onvermijdelijk warhoofd, hij was getrouwd met Trudy, een vrouw die met een zucht en knipoog de constante chaos rondom hem accepteerde. Albert had altijd geweten dat hij grootsheid bezat. Het was alleen dat die grootsheid zich tot nu toe had verstopt achter mislukte pogingen tot perpetuum mobile machines en zelf-aandrijvende stofzuigers die explodeerden bij het eerste stofje. Maar nu! Nu was het zover. Hij had zijn magnum opus voltooid: "Hoe Begrijp Ik een Vrouw," een encyclopedie zo omvangrijk dat ze de boekenplanken deed kreunen onder het gewicht. Vijf delen, elk verdeeld in twintig boeken, en een glorieuze 12 terabyte groot op de harde schijf van zijn computer. Hij had het vrouwelijke gedrag geanalyseerd, ontleed en gecategoriseerd tot in den treure. Dit zou hem beroemd maken! Eindelijk zou hij eerder met een doorbraak komen dan Albert Einstein! De realiteit was een stuk minder rooskleurig. Niemand, absoluut niemand, had de energie of de daadwerkelijke mogelijkheid om Alberts lijvige werk door te ploegen. Na een week vol ijdele hoop en onbeantwoorde telefoontjes, kwam het verlossende idee van een jonge, ambitieuze filmproducent. "Waarom geen filmserie?" stelde hij voor. "We maken er vierentwintig delen van! Drama, mysterie, komedie... we pakken alles aan!" Albert, gegrepen door de mogelijkheid van roem en fortuin, stemde in. Het proces was chaotisch, hilarisch en pijnlijk. Actrices staakten omdat ze zich niet begrepen voelden, scenarioschrijvers kregen neuroses van de immense hoeveelheid informatie, en Albert zelf moest leren hoe hij een regisseur moest zijn, iets wat hij vooral leerde door het kijken van stomme films. Tegen alle verwachtingen in werd de filmserie een gigantisch succes. "De Zweinstein Saga," zoals ze genoemd werd, veroverde de wereld stormenderhand. Mensen lachten, huilden en debatteerden over de interpretaties van de vrouwelijke psyche. Albert Zweinstein was een beroemdheid, een gevierd filmregisseur. Hij werd overladen met prijzen, interviews en aanbiedingen. Maar ondanks alle erkenning, alle roem en alle rijkdom bleef één vraag onbeantwoord: had het hem werkelijk geholpen Trudy, zijn eigen vrouw, beter te begrijpen? Op de première van de twaalfde film, omringd door sterren en fotografen, fluisterde Albert, stralend van trots, in Trudy's oor: "Wat vind je ervan, schat? Denk je dat ik de essentie van de vrouw heb weten vast te leggen?" Trudy glimlachte vermoeid, zuchtte diep en antwoordde: "Albert, je bent geweldig. Echt waar. Maar ik wil nog steeds die nieuwe vaatwasser. Die oude is echt aan vervanging toe." Albert, compleet perplex, staarde haar aan. Jaren van research, honderden uren filmopnames, miljoenen opgebracht, en zijn vrouw wilde gewoon een vaatwasser? Hij mompelde iets over het reduceren van de complexiteit van de menselijke wensen tot een materieel object, maar Trudy hoorde hem niet. Ze was al bezig een praatje aan te knopen met een knappe acteur over de beste manier om kalkaanslag te verwijderen. Albert Zweinstein, de man die de vrouw probeerde te ontrafelen, besefte dat sommige mysteries simpelweg beter onopgelost bleven. Hij zuchtte, glimlachte en wist dat hij de volgende dag een bezoekje aan de witgoedwinkel zou brengen. Misschien, dacht hij, kon hij dan eindelijk een vervolg schrijven op "Hoe Begrijp Ik een Vrouw: De Vaatwasser Editie." Het zou in ieder geval Trudy gelukkig maken. En dat, zo had hij geleerd, was soms de meest complexe en lonende wetenschap van allemaal.0 Comments 0 Shares 237 Views -
Te groot voor de tijdlijn, dus maar via mijn website blog.
https://kylian-verhalenverteller.webnode.nl/l/een-kijkje-in-mijn-verhalen-wereld/Te groot voor de tijdlijn, dus maar via mijn website blog. https://kylian-verhalenverteller.webnode.nl/l/een-kijkje-in-mijn-verhalen-wereld/KYLIAN-VERHALENVERTELLER.WEBNODE.NLEen kijkje in mijn verhalen wereld :: Kylian verhalenvertellerIk ben Kylian en zo werkt mijn brein.0 Comments 0 Shares 85 Views -
Mijn Taalbad is een Potpourri van Invloeden
Mijn hoofd is een chaos.
Waat is t’r aan de handj? Wie kömp ’t?
Der sit in ferhaal yn myn holle, hoe fertel ik it?
Dit is 'n mengelmoes van tale, gemeng.
Es wird alles gut, zuerst müssen wir allem seinen Platz geben
Allee, da komwel.
’t hed tied nodig
D'Enn ass a Siicht
Ik ben Kylian, en mijn teksten bevatten gegarandeerd taalfouten.
Vaak moedwillig, maar soms ook door een talenmix. In mijn hoofd bevinden zich namelijk meerdere talen. Ik ben een geboren en getogen Limburger en hou van mijn land, de spraak, de taal en de mensen, maar: Ik ben geen zuivere Limburger. Mijn taalkundige reis is er een die gevormd is door een bont gezelschap van dialecten en talen, een kleurrijke lappendeken geweven door mijn familiegeschiedenis en mijn omgeving.
Mijn ontwikkeling begon, zoals voor velen in Limburg, met Limburgs. Pa en ma spraken het, dus dat werd mijn moedertaal. De tweede taal die zich aandiende was Duits, via de familie van een van mijn grootouders. De derde taal die ik meekreeg was Engels, afkomstig van een van mijn andere grootouders. Oeps, nu volgt het Fries, via de derde grootouder. En toen Afrikaans, via de vierde grootouder. Een waar linguïstisch buffet!
Je zou verwachten dat Nederlands nu aan de beurt was, maar nee. Ik had een oppas, en die kwam uit Brabant. Dus nog steeds geen officieel Nederlands in mijn jonge leven. Toen kwam de tijd dat ik ging buitenspelen. De meeste kinderen spraken Limburgs, uiteraard, maar: er waren ook kinderen die enkel Nederlands spraken. Pas toen leerde ik Nederlands, de taal die ik nu gebruik om dit verhaal te vertellen. Later, toen ik alweer bijna de lagere school verliet, heb ik aan dat toch al behoorlijke taalpakket nog Vlaams en Luxemburgs toegevoegd. Waarom ook niet, toch?
Mijn Nederlands is, hoewel het meestal wel goed lijkt, dus niet volgens het groene boekje. Zinsopbouw, woorden en zelfs spelling wijken hier en daar af van de zogenaamde norm. Ik ben wie ik ben, en mijn taal is een reflectie daarvan.
Het gevolg is: dat ik soms iets neerpen wat op Nederlands lijkt, maar een Afrikaanse zinsopbouw heeft. Misschien schemert de Duitse afkomst erin, met een onhandige woordvolgorde. De Limburgse invloed is bijna altijd wel ergens te vinden in mijn verhalen, in een onverwachte woordkeuze of een bepaalde expressie. Maar ja, dat ben ik, en dat vind je dus ook in mijn verhalen terug. Ik schrijf zoals ik spreek, en ik spreek zoals ik geleefd heb.
Het voordeel van zoveel talen beheersen is, dat je je bijna overal ter wereld verstaanbaar kunt maken. Het nadeel? Bijna iedereen spreekt je aan op je taalgebruik. Ik ben een wandelende, sprekende taalfout, blijkbaar.
Want soms, dan klink ik Afrikaans terwijl ik me in Duitsland bevind en daar een Nederlander passeer die denkt dat ik van België kom… Het is een wonder dat ik nog niet compleet in verwarring ben geraakt. Maar ergens, in die chaos van talen en dialecten, vind ik mijn eigen, unieke stem. En die deel ik graag met jullie.
Tijd voor Koffie.Mijn Taalbad is een Potpourri van Invloeden Mijn hoofd is een chaos. Waat is t’r aan de handj? Wie kömp ’t? Der sit in ferhaal yn myn holle, hoe fertel ik it? Dit is 'n mengelmoes van tale, gemeng. Es wird alles gut, zuerst müssen wir allem seinen Platz geben Allee, da komwel. ’t hed tied nodig D'Enn ass a Siicht Ik ben Kylian, en mijn teksten bevatten gegarandeerd taalfouten. Vaak moedwillig, maar soms ook door een talenmix. In mijn hoofd bevinden zich namelijk meerdere talen. Ik ben een geboren en getogen Limburger en hou van mijn land, de spraak, de taal en de mensen, maar: Ik ben geen zuivere Limburger. Mijn taalkundige reis is er een die gevormd is door een bont gezelschap van dialecten en talen, een kleurrijke lappendeken geweven door mijn familiegeschiedenis en mijn omgeving. Mijn ontwikkeling begon, zoals voor velen in Limburg, met Limburgs. Pa en ma spraken het, dus dat werd mijn moedertaal. De tweede taal die zich aandiende was Duits, via de familie van een van mijn grootouders. De derde taal die ik meekreeg was Engels, afkomstig van een van mijn andere grootouders. Oeps, nu volgt het Fries, via de derde grootouder. En toen Afrikaans, via de vierde grootouder. Een waar linguïstisch buffet! Je zou verwachten dat Nederlands nu aan de beurt was, maar nee. Ik had een oppas, en die kwam uit Brabant. Dus nog steeds geen officieel Nederlands in mijn jonge leven. Toen kwam de tijd dat ik ging buitenspelen. De meeste kinderen spraken Limburgs, uiteraard, maar: er waren ook kinderen die enkel Nederlands spraken. Pas toen leerde ik Nederlands, de taal die ik nu gebruik om dit verhaal te vertellen. Later, toen ik alweer bijna de lagere school verliet, heb ik aan dat toch al behoorlijke taalpakket nog Vlaams en Luxemburgs toegevoegd. Waarom ook niet, toch? Mijn Nederlands is, hoewel het meestal wel goed lijkt, dus niet volgens het groene boekje. Zinsopbouw, woorden en zelfs spelling wijken hier en daar af van de zogenaamde norm. Ik ben wie ik ben, en mijn taal is een reflectie daarvan. Het gevolg is: dat ik soms iets neerpen wat op Nederlands lijkt, maar een Afrikaanse zinsopbouw heeft. Misschien schemert de Duitse afkomst erin, met een onhandige woordvolgorde. De Limburgse invloed is bijna altijd wel ergens te vinden in mijn verhalen, in een onverwachte woordkeuze of een bepaalde expressie. Maar ja, dat ben ik, en dat vind je dus ook in mijn verhalen terug. Ik schrijf zoals ik spreek, en ik spreek zoals ik geleefd heb. Het voordeel van zoveel talen beheersen is, dat je je bijna overal ter wereld verstaanbaar kunt maken. Het nadeel? Bijna iedereen spreekt je aan op je taalgebruik. Ik ben een wandelende, sprekende taalfout, blijkbaar. Want soms, dan klink ik Afrikaans terwijl ik me in Duitsland bevind en daar een Nederlander passeer die denkt dat ik van België kom… Het is een wonder dat ik nog niet compleet in verwarring ben geraakt. Maar ergens, in die chaos van talen en dialecten, vind ik mijn eigen, unieke stem. En die deel ik graag met jullie. Tijd voor Koffie.0 Comments 0 Shares 198 Views -
Studentenflat, Chaos en een waterballetDe Studentenflat: De Afwas die Eindigde in een Waterballet Ik parkeerde de groene Honda Civic uit '78 met een zucht voor de studentenflat. Het ding was een ramp, maar hij bracht me waar ik moest zijn, en dat was meestal naar Laura. Laura, mijn Laura. Lang donkerblond haar, schitterende groene ogen en die tatoeages op haar beide bovenarmen die ik zo graag bekeek – ze zei nooit wat ze...
-
Overdenkingen: Mag je in je eigen taal denken en schrijven?
Ik deel informatie over mezelf en de verhalen die ik maak op onder andere op mijn websites, bijvoorbeeld: https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/kylians-verhalen, maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik heb even een meer serieus onderwerp waar ik het over wil hebben. Het lijkt meer een vraag die me al een tijdje bezighoudt.
Krijgen jullie wel eens commentaar op jullie taalgebruik? Gebruik van woorden die zogenaamd niet zouden bestaan, of op de schrijfwijze van woorden? Zijn een afwijkende zinsopbouw of woorden die iemand niet kent, per definitie fouten? Of is het misschien toch een regio gebonden iets?
Even wat context. Ik ben een geboren en getogen Limburger. In mijn tijd bij de Marechaussee en Politie kwam ik in het hele land. Ook had ik contact met mensen uit alle provincies. Buiten het feit dat een Limburger vaak een zachte ‘g’ heeft en soms wat zangerig spreekt, hoewel dat vaker niet dan wel het geval is, is ook de woordenschat anders dan van mensen uit andere provincies. Door de ligging van Limburg, zijn er in het door veel Limburgers gebruikte Nederlands nogal wat Duitse, Vlaamse en Franse invloeden geslopen, die dan vaak ook nog eens een andere uitspraak hebben dan het origineel.
Een voorbeeld van een “verlimburgst” woord is het Franse "fourchette", dat in het Limburgs "versjet" wordt. Den/der/dur poekel (wat “bult op de rug” betekent), is een Limburgs woord dat ook een duidelijke Duitse oorsprong heeft. In Limburg kan zo'n woord zomaar in een Nederlandstalige zin terechtkomen. Ook heeft een Limburger vaak een zinsopbouw die meer op de Duitse manier van doen lijkt, dan op de Nederlandse. Het Limburgse "Je moet eens", dat duidelijk betekent: "probeer eens", wordt in de provincies buiten Limburg vaak als dwang opgevat, terwijl het eigenlijk de Limburgse versie van het Duitse "Das Möchtest doe" is.
Vreemd genoeg, hadden vooral de mensen uit “De Randstad” daar moeite mee, moeite dus met mijn net iets andere manier van woordgebruik, zinsopbouw en uitspraak.
Wat dit alles met verhalen maken te maken heeft? Daar kom ik nu op. Ik gebruik als verhalenverteller nog wel eens typische woorden of uitdrukkingen uit mijn geboortestreek. Wat mij verbaast, is dat mensen uit andere streken daar nogal commentaar op kunnen hebben. Vooral met de woorden: "Hoe durf je zo'n fout te maken!". En dat is dan nog een nette versie van het commentaar.
Ook hebben mensen nogal eens commentaar op woordvolgordes, de zinsopbouw. Die schijnt voor sommige mensen nogal eens vreemd te zijn. Dan krijg ik weer eens op mijn bord dat ik beter Nederlands moet leren. En wat ook heel sterk is, ik krijg regelmatig te horen dat ik geen Vlaamse teksten moet schrijven omdat Belgisch niet in verhalen thuishoort. Nederlands zou "De Norm" zijn.
Met andere woorden: ik zou als Limburger dus in de verhalen die ik deel, mijn afkomst moeten verloochenen?
Als iemand commentaar gaat leveren op mijn manier van verhalen vertellen, zal ik die manier verdedigen. Net als dat ik bijvoorbeeld een tekst met Friese, Twentse of Brabantse zinsopbouw en woordgebruik zal verdedigen.
Ik neem hier mezelf als voorbeeld, maar ik kan me indenken dat mensen uit andere provincies eenzelfde soort commentaar krijgen.
Is het dan zo verkeerd om je afkomst te laten doorschemeren in je taalgebruik? Moet alles in een mal gegoten worden? Ik denk van niet. Diversiteit maakt het juist interessant.
Hoe denken jullie erover?
Kylian.
Overdenkingen: Mag je in je eigen taal denken en schrijven? Ik deel informatie over mezelf en de verhalen die ik maak op onder andere op mijn websites, bijvoorbeeld: https://kylianverhalenvert8.wixsite.com/kylians-verhalen, maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik heb even een meer serieus onderwerp waar ik het over wil hebben. Het lijkt meer een vraag die me al een tijdje bezighoudt. Krijgen jullie wel eens commentaar op jullie taalgebruik? Gebruik van woorden die zogenaamd niet zouden bestaan, of op de schrijfwijze van woorden? Zijn een afwijkende zinsopbouw of woorden die iemand niet kent, per definitie fouten? Of is het misschien toch een regio gebonden iets? Even wat context. Ik ben een geboren en getogen Limburger. In mijn tijd bij de Marechaussee en Politie kwam ik in het hele land. Ook had ik contact met mensen uit alle provincies. Buiten het feit dat een Limburger vaak een zachte ‘g’ heeft en soms wat zangerig spreekt, hoewel dat vaker niet dan wel het geval is, is ook de woordenschat anders dan van mensen uit andere provincies. Door de ligging van Limburg, zijn er in het door veel Limburgers gebruikte Nederlands nogal wat Duitse, Vlaamse en Franse invloeden geslopen, die dan vaak ook nog eens een andere uitspraak hebben dan het origineel. Een voorbeeld van een “verlimburgst” woord is het Franse "fourchette", dat in het Limburgs "versjet" wordt. Den/der/dur poekel (wat “bult op de rug” betekent), is een Limburgs woord dat ook een duidelijke Duitse oorsprong heeft. In Limburg kan zo'n woord zomaar in een Nederlandstalige zin terechtkomen. Ook heeft een Limburger vaak een zinsopbouw die meer op de Duitse manier van doen lijkt, dan op de Nederlandse. Het Limburgse "Je moet eens", dat duidelijk betekent: "probeer eens", wordt in de provincies buiten Limburg vaak als dwang opgevat, terwijl het eigenlijk de Limburgse versie van het Duitse "Das Möchtest doe" is. Vreemd genoeg, hadden vooral de mensen uit “De Randstad” daar moeite mee, moeite dus met mijn net iets andere manier van woordgebruik, zinsopbouw en uitspraak. Wat dit alles met verhalen maken te maken heeft? Daar kom ik nu op. Ik gebruik als verhalenverteller nog wel eens typische woorden of uitdrukkingen uit mijn geboortestreek. Wat mij verbaast, is dat mensen uit andere streken daar nogal commentaar op kunnen hebben. Vooral met de woorden: "Hoe durf je zo'n fout te maken!". En dat is dan nog een nette versie van het commentaar. Ook hebben mensen nogal eens commentaar op woordvolgordes, de zinsopbouw. Die schijnt voor sommige mensen nogal eens vreemd te zijn. Dan krijg ik weer eens op mijn bord dat ik beter Nederlands moet leren. En wat ook heel sterk is, ik krijg regelmatig te horen dat ik geen Vlaamse teksten moet schrijven omdat Belgisch niet in verhalen thuishoort. Nederlands zou "De Norm" zijn. Met andere woorden: ik zou als Limburger dus in de verhalen die ik deel, mijn afkomst moeten verloochenen? Als iemand commentaar gaat leveren op mijn manier van verhalen vertellen, zal ik die manier verdedigen. Net als dat ik bijvoorbeeld een tekst met Friese, Twentse of Brabantse zinsopbouw en woordgebruik zal verdedigen. Ik neem hier mezelf als voorbeeld, maar ik kan me indenken dat mensen uit andere provincies eenzelfde soort commentaar krijgen. Is het dan zo verkeerd om je afkomst te laten doorschemeren in je taalgebruik? Moet alles in een mal gegoten worden? Ik denk van niet. Diversiteit maakt het juist interessant. Hoe denken jullie erover? Kylian.3 Comments 0 Shares 272 Views -
De Engelse versie van professor "van Eik" deed vragen of Professor van Eik, misschien niet een Nederlander was? Misschien wel, misschien niet, maar hier de Nederlandse versie van de introductie van Professor "van Eik"
https://www.quotev.com/story/16946959/Professor-van-Eik-NL/2De Engelse versie van professor "van Eik" deed vragen of Professor van Eik, misschien niet een Nederlander was? Misschien wel, misschien niet, maar hier de Nederlandse versie van de introductie van Professor "van Eik" https://www.quotev.com/story/16946959/Professor-van-Eik-NL/2 -
Waarom mijn boeken misschien duurder lijken, maar het verhaal erachter anders isGoede dag allemaal: Ja, hier ben ik weer, Kylian. Even was ik van de radar, druk bezig met het smeden van een nieuw verhaal dat verteld moet worden. Waar dat verhaal precies over zal gaan, hou ik nog even geheim. Maar weet dit: op mijn blogs en websites, de links deel ik later, vind je een breed scala aan verhalen. Van humoristisch en waargebeurd tot bloedstollend spannend en ronduit...
More Stories