De stille getuige

Ik ben Roos. Ik heb ik weet niet hoeveel onafgemaakte verhaaltjes liggen. Ergens halverwege stoppen ze. Nu kwam ik vandaag deze tegen en ineens wist ik: Zo loopt het af.
In het hart van een bruisende fabriek, waar de lucht zwaar was van stof en de geur van aarde, begon het verhaal van Tegel 73A. Eerst was er niets dan klei, donker en vormloos, rechtstreeks uit de buik van de aarde gewonnen. De machtige machines kneedden en persten het, vormden het tot een perfecte rechthoekige plaat, precies dertig bij dertig centimeter, vier centimeter dik. Daarna volgde de vuurproef. Urenlang lag Tegel 73A, samen met duizenden van zijn soortgenoten, in de gloeiendhete oven. De hitte was intens, een louterend bad dat de zachte klei veranderde in harde, duurzame steen. Hij kwam er sterker uit, roodachtig grijs, met een licht gestructureerd oppervlak, klaar voor de wereld.
Na te zijn afgekoeld in de koele lucht van de fabriekshal, werd Tegel 73A, samen met nog negenentwintig andere tegels, netjes gestapeld op een houten pallet. Een stevige laag plastic omhulde hen, een tijdelijk schild tegen de elementen. Het was een knus gevoel, zo dicht bij zijn broeders, wachtend op het onbekende. Al snel werden ze met een heftruck opgetild en achter in een grote vrachtwagen geschoven. De motor brulde tot leven, en Tegel 73A voelde de trillingen van de weg onder zich. Hij liet de fabriek achter en begon aan zijn reis, door steden en landschappen, onder een veranderende hemel.
De reis duurde enkele uren. Toen de vrachtwagen tot stilstand kwam en de deuren opengingen, stroomde frisse lucht naar binnen. Er klonken mensenstemmen, het geratel van gereedschap en het geluid van zand dat werd verschoven. De pallet werd voorzichtig uitgeladen. Een sterke man pakte Tegel 73A vast. Met een ruk werd het beschermende plastic verwijderd, en voor het eerst zag hij zijn nieuwe omgeving: een bouwplaats, waar al vele honderden van zijn soortgenoten geduldig lagen te wachten. De man spreidde een laag zand, egaliseerde het zorgvuldig, en met een zachte ‘plof’ werd Tegel 73A op zijn plaats gelegd, strak tegen zijn buurman aan. Een paar tikken met een rubberen hamer zorgden ervoor dat hij perfect waterpas lag. Zijn bestemming: deel uitmaken van een nieuwe stoep, een pad voor iedereen.
Vanaf dat moment werd Tegel 73A een stille getuige van het dagelijkse leven. Zijn oppervlak, ooit zo schoon en nieuw, droeg al snel de sporen van de wereld. Hij voelde de lichte, snelle pasjes van katten die elegant over zijn rug liepen, hun zachte kussentjes nauwelijks voelbaar. Daarna kwamen de honden, vaak met een vrolijk getrippel, soms met een snufje hier, een druppel daar – hun geuren en markeringen achterlatend. Ze begrepen de rol van de tegel niet, maar gebruikten hem als vanzelfsprekend.
Maar het waren vooral de kinderen die Tegel 73A fascineerden. De allerkleinsten, net lerend lopen, zetten onzekere, wankele stapjes over zijn vlak. Soms vielen ze, met een zachte plof op hun luierkontje, om dan met een brede lach weer op te staan. Oudere kinderen maakten er een spel van. "Niet op de lijnen stappen!" riepen ze, en probeerden dan precies in het midden van Tegel 73A te landen, met een sprongetje of een hinkelpas. Ze dansten, ze renden, ze fantaseerden, en Tegel 73A was hun kleine, vierkante eiland in een zee van andere tegels. Soms krasten ze met steentjes over zijn oppervlak, kleine kunstwerkjes die de regen weer wegspoelde.
En dan waren er de grote mensen. Zij liepen voorbij, vaak in gedachten verzonken, met haast of met een telefoon aan hun oor. Ze keken zelden naar beneden, en al helemaal niet naar 73A. Voor hen was hij slechts een deel van de ondergrond, een van de vele. Ze realiseerden zich niet dat als Tegel 73A en al zijn broers er niet waren geweest, ze door de modder zouden moeten waden, struikelen over stenen, of wegzakken in mul zand. Hij was de stille held, de onzichtbare ruggengraat van hun comfortabele pad.
Jaren gingen voorbij. Tegel 73A werd donkerder van het vuil, lichtelijk afgesleten door duizenden voeten. Toch lag hij er nog altijd, standvastig. Regen spoelde hem schoon, zon bakte hem droog. Hij had gezien hoe baby's peuters werden, en peuters schoolkinderen. Hij had de wisseling van de seizoenen meegemaakt, van de eerste voorjaarsbloesems tot de gladde ijslaag in de winter. Hij was niet zomaar een steen; hij was een getuige, een fundament, een onmisbaar onderdeel van het leven dat over hem heen stroomde. En zo zou hij blijven liggen, een stoeptegel met een verhaal, een stille getuige van de wereld.
Roos.

- News
- Art
- Causes
- Crafts
- Dance
- Drinks
- Film
- Fitness
- Food
- Spiele
- Gardening
- Health
- Startseite
- Literature
- Music
- Networking
- Miscellaneous
- Party
- Religion
- Shopping
- Sports
- Theater
- Wellness